ONZE HERKOMST VAN DE STERREN
Op 28 maart 2007 stond er een interview in Trouw over evolutionair denken. Chris Buskes, winnaar van de Socrates wisselbeker 2007, merkte daarin op: ‘In 1996 zei Paus Johannes Paulus II dat de evolutietheorie niet langer louter als een hypothese kan worden beschouwd maar dat zij een kern van waarheid bezit. Hij voegde daar wel onmiddellijk aan toe dat die theorie alleen geldt voor het menselijk lichaam, dat waarschijnlijk uit eerdere levensvormen is voortgekomen. Maar de menselijke ziel is rechtstreeks door God in ons geplaatst.’
Het standpunt van de vorige paus weerspiegelt de kloof in onze cultuur tussen geloof en wetenschap. Wat Johannes Paulus II niet schijnt te weten is dat de planeet Aarde in een dichte dimensie verkeert. Een dimensie is een bewustzijnsniveau in de kosmos. Het is voor een ziel die rechtstreeks uit God komt niet eenvoudig om zover in de materie af te dalen. Daarom schrijft theologe Joanne Klink in haar boek De grote verandering:
De reis van de ziel naar de sfeer van de materie heeft in een lange afdaling plaatsgevonden. Op ieder niveau is telkens een deel achtergebleven nadat de ziel zich splitste in twaalf lichtwezens, terwijl het dertiende in de Bron was achtergebleven, één met zijn oergrond, met God. (p. 34)
Zij citeert daarbij uit het werk van spiritueel therapeute Sonia Bos. Die meent: ‘De mens is op alle niveaus van de schepping aanwezig. Via de twaalf trappen gaat de kosmische informatie helemaal door tot in de materie via het levenskoord dat allen verbindt.’ Het gaat erom, zegt Klink, om te aanvaarden dat we in de materie zijn terechtgekomen mét de dualiteit van licht en donker, goed en kwaad die daarbij hoort.
Verder lezen “ONZE HERKOMST VAN DE STERREN”